Artrose kan verschillende oorzaken hebben. De belangrijkste zijn:

• Overbelasting Bij overbelasting van het gewricht kan het kraakbeen overbelast worden. Paarden die onder langdurige intensieve belasting leven hebben een hogere kans op de ontwikkeling van artrose.
• Ouderdom Gewrichten van oudere paarden hebben gedurende het leven vaak veel te verwerken gehad. De grenzen waar binnen het gewricht veilig belast kan worden zijn over het algemeen dan ook kleiner dan bij jonge paarden. Overbelasting treedt dus sneller op bij oudere paarden.
• Afwijkende beenstand Door een afwijkende stand worden de gewrichten niet op een gelijke manier belast. Sommige gewrichten zullen hierdoor overbelast worden waardoor het kraakbeen wordt aangepast.
• Gewrichtsinfecties Hierbij kan het kraakbeen worden aangetast, het gevolg is dat dit kraakbeen de normale belasting niet meer kan dragen waardoor overbelasting ontstaat.
• Breuken Bij een breuk kan het gewricht beschadigen waardoor artrose kan ontstaan.

Atrose komt kan op verschillende plekken in het lichaam van het paard voorkomen. Er zijn dus ook verschillende verschijnselen.

Een paard die artrose in de hals heeft kan moeite hebben met buigen en strekken.

Een paard met artrose in het kaakgewricht kan moeite hebben met kauwen, waardoor het paard scheef kan gaan kauwen of alleen aan 1 kant.

Als een paard artrose in de benen heeft kan dit zich kenmerken aan stijfheid en kreupelheid. Het paard wil zo min mogelijk bewegen en kan in sommige gevallen moeite hebben met opstaan.

Om te zien of het paard artrose heeft, kan de dierenarts verschillende onderzoeken doen. Als het paard kreupel loopt dan kan de dierenarts een verdacht gewricht verdoven om te zien of dit leidt tot een verbetering. Hieruit kan dan worden afgeleid dat het probleem met dat gewricht te maken heeft.

Om de uiteindelijke diagnose te stellen, is een röntgenfoto vaak noodzakelijk. Kraakbeen is niet zichtbaar op röntgenfoto’s, maar veranderingen in de botstructuur wel. Laat de röntgenfoto botveranderingen rond het gewricht zien, dan is er in veel gevallen sprake van artrose.

Atrose kan niet genezen, wanneer het gewrichtskraakbeen eenmaal beschadigd is kan het niet meer terug komen naar de oorspronkelijke staat. Wel kunnen de symptomen van artrose worden verlicht en kan het ontstekingsproces in en rond het gewricht worden afgeremd.

In een vroege stadium van artrose kunnen onstekingsremmers een rol spelen. Ook voedingssupplementen met glucosamine/chondroïtine en speciaal hoefbeslag zouden een paard met artrose kunnen helpen. Om de gewrichten soepel te houden, is het goed om het paard volgens een aangepast schema te laten bewegen en hierbij op te letten dat het niet te zwaar wordt voor het paard.

In een later stadium van artrose, waarin er bijvoorbeeld sprake is van verandering in de botstructuur, wordt behandeling meestal intensiever.

Er zijn een aantal dingen om te zorgen dat de kans op artrose zo klein mogelijk blijft.

• Pas de training aan op de leeftijd en het niveau van het paard en bouw de training langzaam op om overbelasting te voorkomen.
• Rij op een goede bodems.
• Zorg voor goede gezonde hoeven.
• Behandel blessures zo spoedig mogelijk na het ontstaan zodat een zo goed mogelijk behandelresultaat kan worden behaald.
• Geef je paard naast de training voldoende vrije beweging.